De Middeleeuwen

HISTORIE

Historisch perspectiefOntstaanDe MiddeleeuwenOpkomst landbezitMarke van Bork
HaardstedengeldBewoners vanaf 1650RuilverkavelingOude kaartenBijlagen

De Middeleeuwen 

De Vroege Middeleeuwen
De vroege middeleeuwen (zo vanaf 500 na Chr.) vormden een keerpunt in de bewoningsgeschiedenis van Schipborg. In feite werd toen de basis gelegd voor het ” min of meer” huidige landschap en nederzettingenpatroon.
Tegenover de Kymmelsberg op de brink is door opgravingen vastgesteld dat daar in de Frankische tijd (tussen ca 500 en 800 jaar na chr.) een woongebied moet hebben bestaan. Sporen hiervan waren over de hele brink verspreid. Kleine rechthoekige hutkommen3 , omgeven door de overblijfselen van met leem bewerkte wanden woertranden, (woert 4) naast grondplannen van grotere en putten tekenden zich overal in de ondergrond af. Scherven van laat-Karolingische (800 – 1000) kogelpotten werden gevonden als bewijs van de bewoning.

Borck
Onderinvloed van nieuwe landbouwsystemen ontstonden er min of meer permanente nederzettingen op de flanken van de Hondsrug.
Er zijn aanwijzingen dat deze voorlopers van de latere esdorpen werden aangelegd op een bosrijke plaats. Bodemkundigen namen aan dat de “bruine bosgronden” ontstonden op plaatsen met bosvegetatie. Rond de kernen van o.m. Annen, Anloo en Schipborg ligt een oppervlakte van ruim 500 ha van dergelijke loo-gronden.
Door het steeds meer geleidelijk terugdringen van het bos is zo de es en Schipborg ontstaan. Algemeen wordt aangenomen dat het aantal boerderijen na 6e eeuw in aantal is toegenomen.
Op basis van het aantal schuldmudden5 (10e eeuw), bisschop van Utrecht, kan men er ongeveer vanuit gaan, dat er in Schipborg 6 boeren waren.

De benaming van dit buurtschap6 was oorspronkelijk “Borck”.
Zal er ooit een borg hebben gestaan is niet te achterhalen. Wel wordt er beweerd, dat er ter plaatse van de boerderij van Albert Schuiling, kloostermoppen zijn gevonden. Maar is verder niet hard te maken.
Deze naam schiep evenwel verwarring, want evenzo heette het tegenwoordige Westerbork. Vermoedelijk ter onderscheiding werd wel van Gen(n)eborck gesproken, een aanduiding, welke voor Schipborg het eerst werd aangetroffen in de rekening 1603/1604 betreffende de goederen van het kapittel van St Pieter te Utrecht in Drente; de buurschap Borck diende jaarlijks 9 mud rogge als tiende op te brengen.
Er was wel eens verwarring over de beide Borcken. Een foutieve rekening werd veranderd van Borck naar Geneborck. Heel duidelijk blijkt uit een acte van 1634 dat in “Schipborg” lag.
“Tot Geneborck gelegen onder de clockenslach van Anloo” luidt dan de omschrijving.

Het geleidelijk uitgroeien van Borck werd mede mogelijk gemaakt door een aantal technische vernieuwingen. Zoals b.v. hoefijzers voor het paard en de introductie van de ijzeren ploeg. De es, die al bestond in de 9e eeuw werd zodoende steeds meer ontgonnen en uitgebreid. Vooral in de latere middeleeuwen. Dit werd gerealiseerd door en extensieve veldbeweiding en door een geleidelijke inschakeling van het dal van de Drentse Aa als veeweide en voor de winning van hooi.


 3Hutkom = half ingegraven rechthoekig bouwsel zonder opgaande wanden, waarbij het dag gedeelte op het maaiveld rust. Ze dienden als bijgebouwtjes, afmeting vaak 2×3 m. op de boerenerven.
4 Woert= onregelmatig gevormd perceel, grenzend aan de hof; ook wel een omheinde huiseide.
5 Schuldmudde = belasting op gebruiksrecht van woeste gronden.
6 Buurschap = dorp of gemeenschap van eigenaren van erven


De Middeleeuwen

Schipborg
De naam Schipborck i.p.v. Borck treft men aan in het midden van de 17 eeuw.
Dit lijkt verband te hebben met het feit, dat dit “Borck” per schip vanuit Groningen bereikbaar was.
In 1645 is sprake van “Evert Harmens schuitenschuivershof”te Borck.
Schuitenschuivers was een gilde van schippers in Groningen ( Later heel belangrijk in vervoer van turf uit Drentse- en Groningse veenkoloniën). Er was dus scheepvaart tussen Groningen en Borck.
Hoogstwaarschijnlijk is zodoende Borck automatisch veranderd in Schipborck en later Schipborg.
In 1740 wordt gesproken van een veerdienst tussen Groningen en Schipborg. Een zekere Hopman en vaandrig Lieftinck kregen octrooi voor het nieuw aanleggen van een veerschip van Groningen naar Schipborg vv. Het heette, dat dit “tot groot commoditeit van wedersijtse ingesetenen” zou zijn.
Slechts in het winterseizoen was de vaart mogelijk. Gezien het luttele aantal inwoners van Schipborg was het niet alleen bedoeld voor deze inwoners, maar ook voor naburige gehuchten en dorpen. Eens per week zou het schip, een platboom-vaartuig, de verbinding onderhouden. Men zou afmeren bij het Schipbörksterbruggetje. 

We gaan ervan uit dat Schipborg zo in de middeleeuwen een gemeenschap werd. Deze gemeenschappen van boeren richten ter bescherming van hun gronden de “marken” op. (Zie hiervoor de omschrijving in het boekje (“Drenthe”) Landtrecht en boermarken. Het Landtrecht in Drenthe is ontstaan in het begin van de 14e eeuw. 

Willekeur uit 1332.
Het spreekt vanzelf dat door de intensiever beweiding en gebruik van de landerijen tot conflicten konden leiden tussen aangrenzende buurtschappen.
Zo kregen de buren (bewoners) van Zuidlaren en Schipborg reeds in het begin van de 14e eeuw onenigheid over de omvang van hun gebruiksrechten.
Door het geschil voor te leggen aan de etstoel werd in 1332 een willekeur (uitspraak) gevraagd over een regeling van het geschil. Er wordt een gedetailleerd beeld geschetst van het gebruik van
het gebruik van de heidevelden en bos tussen beide dorpen.
In feite ging het om 2 fundamentele rechten, nl om het verzamelen van z.g. hartstreynge (venige plaggen) en het drijven en weiden van vee.
In de overeenkomst ging het om een aantal afzonderlijke gebruiksrechten die voor beide partijen afzonderlijk werden vastgesteld. Hierbij valt op, dat de weiderechten van Schipborgers tot ver in het latere Zuidlaarder gebied drongen, terwijl de Zuidlaarders hun plaggen in bepaalde delen van het Schipborger gebied mochten halen.
Er wordt gesproken over “biesten en peerden”. Schapen kwamen later in de tijd. In de willekeur worden met name de graasweiden genoemd rond het Börckermeer en het Dammansveen . 

Topografie van willekeur uit 1332

Van bovengenoemde willekeur is een vertaling bijgevoegd. (Bijlage 3 op pagina Bijlagen)
Oorspronkelijke willekeur was in het latijn.

Informatieve website over Schipborg door de jaren heen