Marke van Bork

HISTORIE

Historisch perspectiefOntstaanDe MiddeleeuwenOpkomst landbezitMarke van Bork
HaardstedengeldBewoners vanaf 1650RuilverkavelingOude kaartenBijlagen

De marke van Borck.
(Marke = oorspronkelijk grens)

Boermarke 

Ook in Schipborg was bijna al het land in het bezit van de boermarke.
Een boermarke was een georganiseerde samenleving die vanaf de 13e eeuw vorm kreeg. Evenzo als elders was ook in schipborg bijna al het land in bezit van de gezamelijke boeren

Encarta zegt daarover:
Marke, oorspronkelijk grens betekenend, werd in de late middeleeuwen en daarna gebruikt ter aanduiding van het door de inwoners van een nederzetting gemeenschappelijk gebruikt deel van het areaal van de nederzetting, dorp of buurschap, waarop door de heer gebruiksrechten waren toegestaan.

 De Boermarke was echter ook een vorm van samenleving waarin vele zaken werden geregeld,  zoals onderhoud wegen enz.

As de boerhoorn klunk tussen de lege schuren
Vanof de brink, dan gungen we mekaor integen
Over zaand- en_flintenpadties tussen meidoornhegen
Wij keuzen, volmacht, ette, schulte10 uut de buiren
Wat telde was mandieligheid en naoberplicht
En bijkans niks bleef hier verbörg,n
Wij dreug,n zwiegend oeze zóörg,n
Verleur,n andern nooit uut ’t zicht.
Gedicht: Timmermans

10 Schulte = hoogste gezagdrager in een kerspel of dorp. (Drenthe kende 20 schultamten). Benoemd door drost.

Linthorst Homan noemt in zijn boek “Geschiedenis van Drenthe”:
De poging van de bisschop van Utrecht (13e eeuw) om de hof-organisatie in te voeren en daarmee politiek en economisch meer vat op Drenthe te krijgen is o.a. een van de oorzaken van het ontstaan van de Marken in Drenthe. De bevolking zou gereageerd hebben met het vormen van marken , om de woeste gronden, hooi- en weilanden in bezit te kunnen nemen. M.a.w. het complete grondgebied van een dorp of buurschap werd geannexeerd, eigendom van de bevolking. Mogelijk om zich beschermen tegen de hebzucht van de edelen en pastoors. Het feit, dat de kerk ook in het bezit was van een waardeel 11, houdt de mogelijkheid in, dat zij een rol hebben gespeeld bij het ontstaan van marke-genootschappen.

11 Waardeel = aandeel van een markelid in de gezamelijke gronden van de marke.

Boermarken hadden boerwillekeuren en/of markerechten en zijn te beschouwen als verordeningen, die alle regelingen bevatten, betreffende de es, de buurschap en het gezamenlijk gebruik van weidegronden.

Al vele jaren drong de regering aan op de verdeling van de markegronden. In 1840 kwam er een wet die bij de verdeling van de marken tijdelijk vrijstelling van lasten toestond, waardoor de verplichte verdeling van de marken sneller zou plaats vinden. In Schipborg heeft de definitieve verdeling van de marke in 1849 plaatsgevonden. De marke van Schipborg had 9 3/4 waardelen. Later in dit boek wordt aangeven hoe de verdeling van de marke in Schipborg plaatsvond.

De markegrenzen werden vroeger zichtbaar gemaakt met grensstenen en ook met bomen of greppels. Een markante markegrens was bij de Galgenberg, waar een 3-markepunt was met Zuidlaren en Annen. Dit was bij het kruispunt van fietspaden van Schipborg-Annen en fietspad Anloo-Zuidlaren. Hierop kunt u zien hoe bijzonder de grens liep bij de Galgenberg tussen Anloo, Schipborg, Zuidlaren en Annen. Deze definitieve grenzen werden pas vastgesteld in 1810. Het meest logische zou zijn geweest zou zijn geweest, dat de Galgenberg als viermarkenpunt zou zijn aangewezen. Echter Anloo kwam met de eis de grens een honderttal meters te verschuiven. Aangezien het meest stuifzanden (dus waardeloos) waren had Annen geen bezwaar. Vandaar die vreemde grens.
Vrijwel al deze tekens zijn verdwenen, of niet meer bekend. Bij de aanleg van de N34 verdwenen nog twee grensstenen.

 

 Markegrenzen Schipborg

Grensboom

Het zal nog weinigen bekend zijn, maar dat aan de noordzijde van de marke grens met Zuidlaren een eenzame eik staat, waar in 1775 de meest noordelijke markesteen tussen Zuidlaren en Schipborg werd geplaatst (duidelijk zichtbaar vanaf de N34). Zie grensboom.

Bij de invoering van grondbelasting rond 1650 werden ook de waardelen op hun waarde geschat. Deze marke gaf in 1654 bij de grondschatting de volgende gegevens voor Schipborg:
Er waren 9,75 waardelen met een waarde van 1200 Car. Guldens per waardeel (aandeel). Dit betekende dat buiten de vaste eigendommen, 10 eigenerfden12 of “buiren” de rest van alle landerijen samen in bezit hadden. Dit ter bescherming van hun bezittingen.
Ter vergelijk:
* Zuidlaren had 28 waardelen met een waarde van 3000 Car. Guldens/waardeel
* Anloo had 15 waardelen met een waarde van 800 Car. Guldens/waardeel
* Annen had 13 waardelen met een waarde van 1700 Car. Guldens/waardeel.

In een willekeur werden de afspraken over het gebruik en het beheer vastgelegd. Rechten werden vastgelegd in waardelen, die onder de eigenerfden werden verdeeld. Verderop in dit schrijven zult u zien, dat er in de volgende eeuwen weinig wijzigingen kwamen in het aantal boeren.
Via de haardsteden registers kunnen wij ongeveer nagaan wie in vroegere eeuwen in Schipborg hebben geboerd.

  • 12 Eigenerfde of buire= een landbouwer met eigen erf, is grondeigenaar.

Haardstedengeld.13
In 1606 had de Staten Generaal Drenthe geadviseerd een haardstedengeld in te voeren. Dit als en soort belasting. Na de plundering van Drenthe ( zie verschroeide aarde) was Drenthe juist weer begonnen om zich te hervinden. Te proberen de zaken weer op te bouwen en weer als voorheer een bestaan op te bouwen.
Drenthe legde dit advies naast zich neer.
Enkele decennia wist men deze belasting die in andere gewesten wel werd geheven, buiten de deur te houden. Maar in 1672 waren de kosten van de oorlogsinspanning zo hoog, 3e Engelse Oorlog, o.a met Engeland, Frankrijk en het graafschap Munster, dat besloten werd voor één keer “bij dese bekommerlijcke tijden” een haardstedengeld te heffen.

De haardstede was de grondslag voor het heffen van de belasting. Het haardstedengeld dat nu in 1672 werd opgelegd, moest door alle inwoners van Drenthe worden betaald in twee termijnen, Echter hen die in de veen-ontginningen werkten waren vrijgesteld van andere belastingen. Niet iedereen hoefde echter hetzelfde bedrag betalen.
Men bracht een onderscheid aan dat gebaseerd was op een landdag resolutie van 1666. Toen namelijk hadden de Ridderschap en Eigenerfden beslist dat iedere ingezetene die met 4 paarden de es op ging, een vol aandeel had in alle buurtlasten, en wie met met 2 paarden ter esse ging, een half aandeel. Nu in 1672 werd bepaald dat voor ieder “vol huis”: dus iedere vierpaardsboer, vier gulden moest worden betaald, driepaardsboeren drie gulden, tweepaardsboeren twee gulden en door een keuter een gulden. De grootte van het huis, dat als belastinggrondslag fungeerde, werd dus uitgedrukt in het aantal paarden waarmee de boer het landbouwbedrijf uitoefende. Een boer b.v. met twee paarden en nering (b.v. café) kreeg een aanslag als hebbende drie paarden. Voor een ambacht, nering of een ander ambt werd ook een gulden gerekend.
Geheel onvermogenden, zoals schippers, wevers hoefden 10 stuiver betalen. Armen die van almoezen leefden waren vrijgesteld.
Hoewel in 1672 was besloten het haardstedengeld maar één keer te heffen , werd in 1691 besloten opnieuw naar deze belasting gegrepen om de benauwde financiële situatie te verlichten.
In Drenthe is register gemaakt van de jaren 1672, 1692 t/m 1694, en van 1742 t/m 1804 om de 10 jaar.

  • 13Haardstedengeld = vroegere belasting waarvan voor de hoogte van de heffing het aantal paarden telde. Max. 4.

Verdeling marke Schipborg

Verdeling markegronden.
Bij de wet van 6 juni 1840 werd besloten dat de markegronden in Drenthe moesten worden verdeeld onder de waardeel houders , dit kon zonder toen zonder lasten. Deze waardelen waren door vererving en verkoop behoorlijk verdeeld. De notaris heeft toendertijd met de volmachten van de boermarke besloten de verdeling doen plaats vinden in 1/4e waardeel. Dus in totaal 39 1/4e aandelen. De marke had op dat moment te verdelen 451,69 ha heide, hooi- en weilanden. Ik geef U nu een opsomming hoe de verdeling heeft plaats gevonden. Iedere 114e waardeel was dus ong. 11,58 ha. Na hoogstwaarschijnlijk veel gepraat en veel wantrouwen is er toch tot een definitieve verdeling gekomen.

Ik noem eerst de bezittingen die eigenaren hadden in Schipborg.
Harm Noort 23,68 ha
Berend Pranger 7,24 ha
Tonnis Rebbers 7,81 ha
Tamming 17,42 ha
Tamming 13,75 ha
Teunis Hadderingh 0,14 ha (dus een klein gedeelte waardeel)
Jannes Eisinga 5,11 ha
Jan Timmer Zuidlaren 22,30 ha (Eigenaar van boerderij Barelt Dekens)
Kymmel (olde) 1,12 ha
Kymmel Smilde 42,31 ha
Jan Ansing De Jonge 4,00 ha
Piet Gerbers 3 ha
Teunis van Bergen 1,48 ha
Derk van Bergen 7,00 ha
Egbert Benthum 9,00 ha

Deze boeren woonden toen de meeste in Schipborg. Alleen de boeren Timmer en Tammink kwamen uit Zuidlaren en de fam. Kymmel uit Smilde.

De boermarke heeft in Schipborg normaal gefunctioneerd met volmachten de zaken aangaande onderhoud van wegen en onderhoud van het boerholt . En andere dingen welke noodzakelijk waren een dorp te laten functioneren.

Na de wet op de Markescheiding in 1840 is in 1849 een defintieve scheiding gekomen van de gezamelijke gronden. Let wel: deze gronden bedroegen wel een oppervlakte van 451 ha, 63 roeden en zeventien ellen. Zoals eerder genoemd waren er 9 3/4 waardelen. Dus de waarde van ieder waardeel werd toen ca 46 ha per waardeel.

Hiernavolgend vindt U de verdeling welke plaats vond in 1849.
In 1849 werd bij notaris Athonie Homan te Assen de voorbereiding genomen tot de markescheiding. Dit speciaal bij een andere notaris, want de notaris van Zuidlaren, Mr Casper Everhard Kniphorst. was in het bezit van waardelen van Schipborg en dus belanghebbende. Men spreekt in het notarieel stuk over markte i.p.v. marke.
U moet begrijpen dat dit geen kwestie was van zo maar een ieder een gedeelte land toe wijzen waar hij recht op had. Al in 1848 waren door de eigenaren van de waardelen 3 personen aangewezen om met een voorstel te komen.

Van de voorgeschreven marke is door een daartoe bevoegde landmeter een kaart gemaakt welke behoorlijk is gezegeld en geregisteerd. De opgemelde kaart die tot grondslag de scheiding en met de onderwerpelijke acte een geheel uitmaakt is ondertekend door de heren Jan Albert Meursing, burgemeester der gemeente Anloo, wonende te Eext en Coenraad Wolter Ellents Kymmel) benevens Harm Noord en benevens nu wijlen Roelof Tammink gewoond hebbende en overleden te Zuidlaren. Zij zijn in een daartoe belegde Marktvergadering benoemd om de verdeling van de voormelde markte te regelen en daarvan een plan te ontwerpen.

Aldus een gedeelte uit de officiële acte van de notaris.

Om tot een oplossing is de markte vooraf in 2 hoofddelen afgedeeld, waarvan de eene deel het Schipborgerdeel en het andere het Zuidlaarderdeel, omdat zij, die het laatste deel bekomen alle in Zuidlaren woonachtig zijn. Met uitzondering van Hendrik Onsté. Zij die het Schipborgerdeel kregen en tezamen 35,5 vierendeel waardeel bezitten en die van Zuidlaren 4 vierendelen. Het zg. Zuidlaarderdeel is geheel gelegen ten Noord Westen van de weg die van Zuidlaren naar Vries loopt (Let wel; De weg van Zuidlaren naar Vries loopt via het bruggetje van Schipborg en dan via Zeegse naar Vries. Dit was de hoofdverbinding Assen-Zuidlaren en VriesZuidlaren).   

 1920 De andere hoofdverbinding was de weg via Gasteren – Rolde richting Coevorden. Dit is duidelijk te zien aan de grootte van de kadastertekening van 1832

         

De weg Schipborg-An/oo was alleen maar een karrepad voor plaatselijk verkeer. En om naar de kerk te gaan. Zie bovenstaand artikel. De weg Anloo-Schipborg-Vries-Zuidlaren in 1920 verhard.

Heel interessant in de marktescheiding wordt 1 bunder 50 roeden en 22 ellen land gereserveerd voor de bermen enz. van de oude weg Zuidlaren naar Vries.
Ook is voor alle wegen een breedte van 10 ellen gereserveerd. Dus ca 6,80 m. Netto blijft in de verdeling over 380 bunder 56 roeden en 87 ellen.

Terug

Men heeft het Schipborger deel weer onderverdeeld in 5 hoofdgroepen en toen een verdeling proberen te maken zodat iedereen naar redelijkerwijze tevreden gesteld kon worden.
Ik geef U hierbij een opsomming van de eigenaren van de waardelen en het aantal land wat zij toebedeeld kregen. Om het wat gemakkelijker te maken heeft de notaris de verdeling gemaakt. Hij heeft de 9,75 waardelen verdeeld in 39,5 vierendelen.

Vele van deze eigenaren zullen we op de navolgende bladzijden, wat betreft het kadaster vaak tegen komen. U moet wel beseffen, dat het meeste van al deze gronden toen waardeloze gronden waren. Speciaal heidevelden en bossen. Enkele betere stukken land zijn ook navenant verdeeld naar de toen geschatte waarde. Wat heeft zo,n markte scheiding betekend voor een dorp als Schipborg. Kom hier later op terug.

Interessant is te lezen, dat de leemdobbe, welke gebruikt werd om leem te verkrijgen voor de “delen” of de verharding van de vloeren van de schuren of vroeger voor de zijmuren. Hiervoor werd de leemdobbe gebruikt.Deze leemdobbe heeft men buiten de marktescheiding laten vallen. Denk ik later door de volmachten verkocht.Deze leemdobbe is nu een schoonheid als u daar b.v. komt in mei. Het is n.l. nu omzoomt met rhododendrons. (zie foto) en het ligt in het bos tussen de zandweg naar Gasteren en de Weg naar Anloo vlakbij de boerderij “De Schipborg”.

Terug

Schipborger veen.
Het zal voor velen onbekend zijn, maar Schipborg had ook een veengebied waar turf werd gestoken. Dit veengebied ligt aan de weg naar Zeegse schuin tegenover het voormalig zwembad Evenhuis en tegenover de villa aan de Ruiterweg.
Bij de Markescheiding werden deze veengronden ca 2 ha. toegedeeld aan de boeren Oldenweenin ( later Schuilings) en Van Bergen (later De Vries).
Dit veengebied is tot voor ca 20 jaar terug in het bezit geweest van deze families en ook gebruikt voor turfontgraving. Later is het in gebruik genomen als stukjes weiland, maar het was nat en slecht land.
In de stukken van de markescheiding werd gesproken dat er een afwatering zou komen via een sloot en een “pomp” (duiker) onder de weg door naar de Drentsche Aa.. Hiervan is nu niets teru te vinden. Deze veengebieden zijn in de 80er jaren van de vorige eeuw verkocht aan het “Drents Landschap”.
          Schipborger veen

Na de markscheiding werd dus in wezen een boermarke een minder belangrijk instrument in de Schipborgse samenleving. De waardeel houders bleven. Er waren volmachten (bestuurders). Er werd weleens vergaderd als bestuur. Maar er is geen administratie teruggevonden of zo. Echter in de stukken welke in het Drents archief aanwezig waren. Werden toch nog wat interessante zaken gevonden over het reilen en zeilen van de boermarke.

Ineens in de 30er jaren van de vorige eeuw werden er weer vergaderingen gehouden van de boermarke. En er werden zelfs notulen gemaakt. In de notulen werd veel aandacht besteed aan “De weg” Hoogstwaarschijnlijk was dat de weg die later midden over de es werd gelegd en nu bekend staat als Esweg. Er werd een weg aangelegd recht over de es, zonder dat er aanpassingen gedaan werden aan de aanliggende akkers. Nee, zij werden recht doorgesneden. Nu onstonden de z.g. padakkers. Kleine afgesneden stukjes grond. Dit is later bij de verkaveling in de 50er jaren van de vorige eeuw van de es weer hersteld, en is de oude oorspronkelijke weg verdwenen.

Maar het bestuur was toch redelijk ondeugend. Zij verkochten de kavels P 113 en P 114 en kregen daar geld voor. Deze kavel zijn het stukje weidegrond aan de weg naar Anloo en rechts van de Esweg t.o. boerderij van Fam. A. Schuiling.

In de notulen van maart 1930 werd voorgesteld alle markegrond verkopen aan aanliggende bewoners. De Brink blijft voor korenbulten. Volmacht Jan Klein stelt voor om de gronden van de brug tot aan de Zuidlaarderweg te verkopen aan hem. Is blijkbaar niet gebeurt. Grond zou echter voor bouw zomerhuizen meer culturele waarde krijgen.
De marke van Schipborg was ook in het bezit gebleven van de brink tegenover de Kymmelsberg. Deze brink werd gebruikt voor het plaatsen van korenmijten van de boeren. In de zomer werd het koren van het land gehaald en op de brink in een zg “korenbult” gezet.

Dit was eigenlijk de enige functie die de brink had in Schipborg. De volmachten verkochten deze brink in 1955 aan de gemeente Anloo voor een bedrag van 1900 gulden.
En toen ontstonder er ondeugden en hebberigheden bij de volmachten. Uiteindelijk bestond de boermarke nog en waren er altijd nog 39,75 waardelen die nog in bezit waren van de waardeelhouders. De volmachten dachten wat niet weet, wat niet deert. Wij verdelen het geld onder de volmachten. En wij zien wel hoe dat afloopt.

Terug

Ik voeg hier enkele volmachten toe van vertaalde brieven die te vinden zijn in het Drents archief.

Vertaling:
Aantekenen.
Aan den Heer W. stevens
Landbouwer te Schipborg gem. Anloo Post Annen

Geachte heer,
Gezien het feit dat Johannes de Vries en mijn persoon zaterdag 12 Febr. 1955 de aan de gemeente Anloo verkochte brinkperceel behorende aan de onverdeelde boermarke Schipborg aan genoemde gemeente hebben overgedragen en u als penningmeesterdier marke de koopsom groot fl. 1904,00 (negentienhonderdenvier) hebt ontvangen. Welk bedrag, na aftrek der daaruitgeschoten gelden als, verzekering enz, volgens het voorstel van genoemde Johannes de Vries en er in vijf gelijke porties zou worden verdeeld, bericht ik u dat ik met deze gang van zaken geen genoegen kan nemen.
Omreden;
De fam. Derk van Bergen slechts gerechtigd is voor tweevierendelen.
W. Stevens , gerechtigd is voor nul comma nul, voor zover ik kan uitzoeken.
J. Klein gerechtigd is voor tweevierendeel plus zestiende van een vierendeel.
Het derhalve hoogst ontoelaatbaar en hoogst onverantwoordelijk zal zijn dat;
Het ontvangen bedrag van na aftrek der uitgeschoten gelden, beide bovengenoemd, zal worden verdeeld in vijf gelijke porties en wel, aan Warner Boer, Berend Boer, Johannes de Vries, Willem Stevens en Jan Klein, daar het feit zich kan voordoen dat geen andere gerechtigden eenig aanspraak op dat te verdelen bedrag maken, en alsdan de famile Boer drie porties, Stevens één en Klein één portie. zou ontvangen. Derhalve zal aan de familie van Bergen met 2 vierendeel, Stevens één en ik ieder één portie ontvangen en dat terwijl ik de meest gerechtigde ben.
Daarom is het mijn wens, dat…
De drie bestuursleden , met name genoemd Johannes de Vries, J. Klein en W. Stevens, alle drie voornoemd, ieder één derde van het bedrag ontvangen en een verklaring in triplo tekenen dat ieder voor hetgeen hem niet rechtmatig toekomt zich verplicht het teveel ontvangen alsdan nog te allen tijde aan genoemde rechtmatige uit te keren voor een derde.
Op deze manier zal niemand worden bevoordeeld en ook niemand worden benaadeeld.
Dan zal Johannes de Vries niet meer tegen mij aan kunnen spugen en W. Stevens zal mij dan niet meer als gemeen en of ondeugend betitelen.
Ik verwacht jullie in Taarlo vrijdag namiddag ten mijne huize, Mochten jullie hiermede niet accoord gaan dan zie ik geen andere mogelijkheid als het recht zijn beloop te laten.
Taarlo 15 februari 1955.
Ik laat mij niet afgunst door niemand beschimpen, bespugen, nog beledigen.
J. Klein.

Terug

Onderlinge correspondentie Boermarke

Brieven heen en weer met de afrekening. Interessant is te lezen,dat Joh. De Vries zijn familie waardeelhouders er wel bij betrok en zo ongeveer 3/5e van het geld bij één familie terecht kwam.
Ook interessant is te weten, dat de heer Jan Klein in 1928 een 1/4 vierendeel aankocht van de Zuurman en zijn schoonvader Lokhorst uit Vlagtwedde. (Lokhorst was een schoonzoon van Hendrik Stevens) Dit voor een bedrag van 25 gulden. (notarieel geregeld) Zo kon hij in Schipborg volmacht worden van de boermarke en meedelen in de verkopen.
Nog een grappige verkoop. In 1906 kocht Henderikus Gerbers van Jacob Krans (deze had ze gekocht van erven Oosting) 1/5e van 8 vorrelwaardeel voor een bedrag van 2,50 gulden. Kwitantie hiervan in Drents archief.
En op zo’n manier verdween de boermarke van Schipborg.

Op de es van Schipborg zie kadasterkaart liep alleen een weg linksom over de es richting Zuidlaren. Wilde men op zijn land komen, dan moest men wel over het land van andere eigenaren rijden. Uiteindelijk heeft men beseft dat dit niet de goede weg was. Men heeft toen radicaal een weg recht naar achter getrokken. Geen rekening houdende met de kavelindeling. Wat men toen kreeg waren de zogenaamde “pasakkers”, stukjes land die waren afgesneden door de nieuw aangelegde zandweg. Een kromme vertoning. Een verkaveling was blijkbaar niet mogelijk.

Terug

Informatieve website over Schipborg door de jaren heen