VROEGER EN NU | STRATEN OUD SCHIPBORG | |||
Borgweg | Esweg | Heidesteeg | Holle Drift | Randweg |
Ruiterweg | Schapendrift | Strubbenweg | Zeegserweg | Nieuwbouwwijk |
1 - Bakker | 2 - Café Drentsche Aa | 4 – Zomerhuis | 6 - Evenhuis | 6a - Zwembad |
8 – Sportel | 15 - Bakkerij Wolthuis | 17 - Stoffers | Overig - 3, 5, 7, 9, 11, 13 |
Voormalig bakkerij van Willem en Freerkien Wolthuis
Het perceel Ruiterweg 15 werd in 1855 na de marktscheiding toebedeeld aan Teunis Hadderingh. Later, in 1866 ging het over naar dochter Albertien Hadderingh (weduwe van Beert Vossekuil), die in 1857 ook al het pand aan de Borgweg 37 (bekend als Kamphuis de Borg) had verworven.
Nog later gaat het pand over in handen van Steven van Bergen en deze verkoopt het in1929 aan Hendrik Schuiling, die het in 1930 doorverkoopt aan Roelof Hollander, broer van Bastiaan Hollander. Deze bouwt er een winkel op in 1935. Koper van het pand wordt bakker Bok. In de 30er jaren werd het gebruikt als “stille knip” (clandestien bordeel)!
Tegelijkertijd verkoopt R. Hollander een stuk grond achter de winkel aarde familie Fokko Mulder uit Groningen. Dezen bouwden daarachter in 1933 twee zomerhuizen. Langs de winkel liep een weg met recht van overpad naar de 2 zomerhuizen. Deze huizen zijn in en na de 2e wereldoorlog door het gebrek aan woningen steeds verhuurd geweest voor permanente bewoning, onder andere aan de familie Reinders en de familie Bakker in de 40er en 50er jaren. In de oorlog, tussen 1943 en 1945 hebben in deze woningen evacués (?) gewoond.
De zomerwoningen zijn later omgebouwd tot gewone woningen en hebben nu hun uitgang aan de Borgweg (nrs. 16 en 18).
Op het kaartje is het zandweggetje te zien vanaf de Borgweg (rood) links en direct schuin rechts.
In 1938 kocht een bakkerszoon uit Gieten, Willem Wolthuis, de winkel en verbouwde het tot bakkerij en winkel. Jarenlang waren bakker Wolthuis en zijn “Frekkie”, zoals zijn vrouw Freerkien werd genoemd, een begrip in Schipborg. Zolang er bij wijze van spreken licht brandde was de winkel open. Harde werkers. Ze hebben jarenlang met hun beiden de bakkerij gerund, ’s nachts bakken en overdag venten in Schipborg en Anloo met de bakkerskar (zie foto). Tijdens het pinksterkamp in Anloo met ca 1000 padvinders voorzag hij die van brood. Later werd het drukker door vakantiegangers en werd een venter (Koen Hoving) in dienst genomen. Deze ventte met dezelfde kar maar dan met behulp van een trekhond. Wolthuis was een vriendelijke man, die dag en nacht werkte. Hij overleed toen hij 72 was. Zijn vrouw Freerkien is in 2009 overleden, zij was toen 97.